regeerakkoord - SOS-Jeugdzorg

Casuïstiek

Bericht van de RvdK over het regeeraccoord 2017 m.b.t. de ‘jeugdzorg’:

 

 

 

https://www.kinderbescherming.nl/actueel/nieuws/2017/10/02/dit-staat-er-over-kwetsbare-kinderen-in-het-regeerakkoord-vertrouwen-in-de-toekomst.

 

Echtscheidingen die problematisch verlopen kunnen veel schade aanrichten bij ex-echtelieden en eventuele kinderen. Landelijk beleid ten aanzien van het voorkomen van “vechtscheidingen” zal gericht zijn op het wegnemen van knelpunten, die zich voordoen bij het voorkomen van deze schade. Het belang van het kind dient te allen tijde voorop te staan, wat maakt dat het contact van het kind met de ouders en grootouders wordt bevorderd.” –  

 

Daar staat: Echtscheidingen kunnen schade aanrichten, en dat klopt waar door verkeerde communicatietechnieken men te belast geraakt bewust aan communicatietechniekcursus te doen, dat positieve invloed kan hebben op wat het kind aan signalen bij de belaste ouders voelt of ziet uitstralen; een kind is niet blind voor het non-verbale. En, let op:: Het beleid zal gericht zijn op het makkelijker maken van de drang en dwang in jeugdzorgland. Dit kan met de signalen die zich voordoen bij de jeugdzorg die zelf tracht deze te 'voorkomen', doch al te vaak laat escaleren, waarover veel staat op o.a. de site van http://peterprinsen.nl/LEESMAAR.htm. En: Het belang van het kind, afgezonderd van diens belangen diens ouders te kennen en de kind-ouder-banden, staat voorop, heel koud en eenzaam.

 

Er wordt nader onderzoek verricht naar een verdere herijking van het familierecht. Daarbij gaat het onder meer om adoptie, echtscheiding, alimentatie en de positie van grootouders. Ook hierbij is het belang van het kind leidend.” –

 

Waar de jeugdzorglobby dit dicteert, zullen de scheidende ouders – i.p.v. zo vroeg mogelijk bij aandienen van scheiding (dàn bekend bij de rechtbank) – juist zo lààt mogelijk van een zo laag mogelijk jeugdzorgniveau de bemoeizorg krijgen. Dit staat haaks op het IVRK art. 24 lid 1 dat spreekt over een zo hóóg mogelijke ook psychische en orthopedagogische gezondheidszorg, waartoe goed en deskundig informeren aan ouders wat signalen kunnen aanrichten bij het kind onder scheidingsproblematiek.

 

Daar is gespecialiseerde kennis voor nodig die ouders eigenlijk urgent zèlf behoren te zoeken (BW1:247) maar met de kwakzalverij van omgangs-OTS zal dat de bekende, escalerende hulptrajecten zijn waar de gezinsvoogd vermijdt BW1:262 en 263 te gebruiken:

 

Een niet-meewerkende ouder aan diagnostiek (interactieonderzoek) zal geen juiste voorlichting verkrijgen en geen schriftelijke aanwijzing om mee te werken mèt de uitleg dat een [tijdelijke] beëindiging van ouderlijk gezag tot de mogelijkheden hoort om als een stok achter de deur de ouder te bewegen mee te werken aan 'diagnostische waarheidsvinding'. Òmdat ‘leugens’ niet geroken kunnen worden, en de gescheiden ouders elk wat anders vertellen, en de gezinsvoogd speculeert wat waar zou zijn, dient er zo snel mogelijk in het belang van het ontvankelijke kind geméten te worden, met voorlichting om ouders zo mogelijk bewuster te maken wat houding en communicatie met het kind kan doen. Het kind zou niet lang mogen lijden aan verkeerde representatie door belaste ouders.