SOS-Team - SOS-Jeugdzorg

Casuïstiek

SOS-Team

SOS-Team

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur.

 

Wat voor waarheidsvinding?

  

Nu blijkt dat de 'jeugdzorg', gedwongen door de roep om 'waarheidsvinding', een truc heeft bedacht.

We mogen gaan kijken naar en meedenken aan achteraf-waarheidsvinding, wanneer ouders reeds in het beklaagdenbankje zitten van 'onderzoek' d.m.v. gezinsplan.

Het gezinsplan is in de maak gezet bij de jeugdbescherming, de G.I..

Daar is aan vooraf gegaan een melding en Veilig Thuis, dat vaak ook al onder de hoed zit van de G.I.. Of de RvdK heeft deze casus doorgeschoven naar de G.I..

Achteraf-waarheidsvinding bevindt zich dus reeds in de beklaagdensfeer; er zijn 'vermoedens', er zijn verdachte signalen, ja, er moeten dan wel problemen zijn.

  

Achteraf-waarheidsvinding. 

Een concept gezinsplan bevat reeds een kijk op wat fout gaat en bij S&O-zaken kunnen gescheiden ouders de inbreng van de andere ouder diskwalificerend gevoelen en escalatie is reeds gaande. Ook de puber die dit wordt voorgelegd leest en wordt aan loyaliteitsconflicterende signalen over diens ouders blootgesteld. Ook staat er zelden in het plan welke echte specialist met welke beroepsregistratie op welke open onderzoeksvragen de voorlichting aan ouders zal geven en de diagnose uitvoeren om het meest optimale hulptraject te laten bepalen. Vaak wordt dit overgelaten aan een jeugdzorgwerker die daarvoor niet medisch geclassificeerd is.

In FJR2010/92 worden wat knelpunten beschreven die een rechter reeds vermoedde.

Achteraf-waarheidsvinding is dus een feit geworden in de aanloop om propaganda te maken met Jeugdwet 3.3. Het is niet enkel misleidend doch ook schadelijk gezien de beschuldigingen in 'vermoedens' en roddel.


 

 

 

Waarheidsvinding versus Niet-pluis-gevoel

Ouders en jeugdbeschermers zijn al jaren verwikkeld in een hoog oplopend debat over valse beschuldigingen in rapporten. Jeugdbeschermers: “In het jeugdrecht gaat het niet om waarheidsvinding. Dat begrip komt uit het strafrecht. In het Jeugdrecht kunnen we daar niets mee”.

Het is niet verwonderlijk dat ouders zich met dit antwoord niet-gehoord voelen. Zij vinden het oneerlijk, een drogreden: zij klagen immers niet over het niet-vinden-van-de-waarheid (welke waarheid), maar over het toelaten van onwaarheden. Tot in de hoogste regionen wordt met deze drogreden het debat de verkeerde kant opgestuurd. Ook op parlementair niveau, artikel 3.3 Jeugdwet en de aangepaste protocollen ten spijt.

Eerlijk debatteren

Een eerlijk debat begint ermee elkaar een blik te gunnen op de eigen positie bij de besluitvorming inzake een K.b.-maatregel. Een jeugdbeschermer die moet beslissen om in een bepaalde situatie een OTS of UHP voor te stellen komt soms niet verder dan een z.g. “niet-pluis-gevoel”: het gevoel dat iets niet goed zou kunnen zitten maar wat je niet hard kunt maken. “Stel dat het in dat gezin later misgaat”, zo is de gedachte, “dan ben ík daarvoor verantwoordelijk”.

Inderdaad: een niet-pluis-gevoel is niet te herleiden tot een harde waarheid. Alle begrip daarvoor. Maar dan?

De verleiding is groot om te zoeken naar concrete beschuldigingen die, mits waar, een maatregel meer kunnen rechtvaardigen. Halve waarheden en hele onwaarheden komen in het rapport dat uiteindelijk naar de rechter gaat.

 

Allemaal gekkies? 

Stichting SOS Jeugdzorg en Jeugdzorg Dark horse zijn in 2016 begonnen met workshops onder de titel ‘Allemaal gekkies’ om ouders, jeugdigen, hulpverleners en jeugdbeschermers met elkaar in gesprek te brengen. Bij ouders en jeugdbeschermers bestaat vaak wantrouwen over en weer over de intenties en het juiste inzicht over wat kinderen/jeugdigen nodig hebben voor hun veilige ontwikkeling en dat levert meer dan eens escalaties op die resulteren in kinderbeschermingsmaatregelen die voorkomen hadden kunnen worden.

(Rapport Kinderombudsman 2013 ‘Is de zorg gegrond?’)

 

‘Wat is in onze ogen een verantwoorde en respectvolle manier om deze jonge mensen zo te begeleiden dat ze de vaardigheid ontwikkelen om steeds flexibel te blijven en in te kunnen spelen op een snel veranderende maatschappij en zich ontplooien tot sociale, kritisch denkende en zelfredzame wereldburgers?’ 

 

Door Lukretia S. Bressers-Tuinstra
Creatief Onderwijs Vernieuwer
The Next Generation

 Malieveld Den Haag, 29 juni 2016

 

 

Dit is een stelling die wij ouders allemaal begrijpen!

 

Het recht van opvoeding eerbiedigt de staat van ouders om zich van die opvoeding en van dat onderwijs te verzekeren, die overeenstemmen met hun eigen godsdienstige en filosofische, pedagogische en didactische overtuigingen!

 

Wanneer hier niet aan voldaan wordt krijg je te maken met thuiszittersproblematiek. Op dit moment zijn 21.000 kinderen verstoten van onderwijs.

Als de leeftijd doorgetrokken wordt naar 23 jaar spreken we over 150.000 jonge mensen die geen startkwalificatie of diploma hebben en niet naar school gaan.

 

Art 23 lid 2 Onderwijs

Het onderwijs geven is vrij, behoudens het toezicht van de overheid en voor wat bij de wet aangegeven vormen van onderwijs betreft, het onderzoek naar bekwaamheid en de zedelijkheid van hen die onderwijs geven, een ander bij de wet te regelen.

 

Art 8 Primair onderwijs

 

Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang van de leerlingen.


“WAARHEIDSVINDING” IS EEN LEUGEN Over repressieve tolerantie: Hoe de overheid protesten neutraliseert


Door Mr. Ir. P.J.A. Prinsen oud-advocaat

Malieveld Den Haag, 29 juni 2016


1. Weldaden en wandaden


Er zijn ontaarde ouders die aan weldenkende mensen de reactie ontlokken “Hier moet ingegrepen worden”. Ingrijpen kan dan noodzakelijk zijn en een weldaad voor hun kind. Over die ouders ga ik het niet hebben. Ik ga niet de weldaden, maar de wandaden van Jeugdzorg en consorten belichten.


2. Wandaden

Ik ga het hebben over de ouders in de jeugdzorg die protesteren tegen brutale schending van kinder- en mensenrechten. Tegen verkrachting van de Rechtsstaat. Hun kinderen zijn op valse gronden uit huis gehaald en afgevoerd naar een geheim adres. Die ouders – het zijn er ontelbare – protesteren wanhopig. Voor hen is het oorlog, en dat blijft het zolang hun kinderen wegblijven. Soms zien ouders dat aankomen. Zij vluchten naar het buitenland om daar asiel aan te vragen. Asielzoekers zijn het, maar dan ‘anders’. Autoriteiten doen die protesten nog altijd geringschattend af als “uitingen van ontevreden ouders”. Wie dat durft te zeggen getuigt niet van enig besef van urgentie. Van besef dat er een eind moet komen aan deze Rechtsstaat onwaardige wandaden.


3. De Praktijk


Het is soms niet meer dan kwaadsprekerij, soms een alledaags incident waarom een kind bij zijn ouders wordt weggehaald. Op verraderlijke manier, van het ene op het andere moment. Hun kind raakt in paniek. Het wordt zo naar een geheime locatie gebracht. Na enkele dagen ontvangen de ouders het fax-verzoek aan de kinderrechter tot spoed-uithuisplaatsing.Motivering: “Onderzoekshypothese: jarenlange kindermishandeling”.


Een week later krijgen de ouders het definitieve verzoek UHP, onderbouwd met een professioneel ogend rapport. Daarin lezen zij weer als motivering: "jarenlange kindermishandeling". Maar tot hun verontwaardiging is wat eerst nog een hypothese was zonder onderzoek tot feit verheven. In een lawine van volgende rapporten zal dit "feit" klakkeloos als uitgangspunt worden genomen.


Een week of drie later vindt het eerste contact met hun kind plaats. Een uurtje, onder toezicht, op het politiebureau of op het kantoor van Jeugdzorg. En dat elke twee weken. Ter voorbereiding op het ouderbezoek wordt hun kind telkens belast met een strikte geheimhoudingsplicht omtrent het pleegadres. De ontmoetingen van het kind met zijn ouders zijn daardoor telkens beladen met angst voor versprekingen. Na enkele bezoekjes schrijft Jeugdzorg aan de ouders: "De bezoekregeling met u roept dusdanig veel spanningen op dat uw dochter angstig is, reden waarom de bezoekregeling voor drie maanden wordt stopgezet".


Wijzen de ouders op de onjuistheid van de beschuldigingen en de oncontroleerbaarheid van hun beweringen, dan krijgen zij van Jeugdzorg te horen:


" Waarheidsvinding behoort niet tot onze taak".
Wijzen zij erop dat hun kind niets mankeert en het voortreffelijk doet op school, dan lezen zij tot hun verbijstering in een volgend rapport:


"Het kind komt over als een zwaar beschadigd meisje als gevolg van jarenlang huiselijk geweld. Juist het feit dat zij ogenschijnlijk niets mankeert en 'gewoon meedoet op school', zou gezien kunnen worden als zorgelijk. Hieruit blijkt namelijk dat zij al jaren rondloopt met een groot geheim en dit nooit met iemand heeft kunnen delen".


Wijzen zij op de innerlijke tegenstrijdigheid ("Komt over als zwaar beschadigd" versus "mankeert ogenschijnlijk niets"), dan is het antwoord wederom:


" Waarheidsvinding is niet onze taak". Kaarten zij het aan bij de Externe klachtencommissie dan opent de voorzitter met:


"Vooraf moet ik u erop wijzen dat het in het jeugdrecht niet gaat om waarheidsvinding".


Klagen zij bij de Raad voor de Kinderbescherming over het klakkeloos overnemen van evidente onzin, dan krijgen zij te horen:


"In het jeugdrecht gaat het niet om waarheidsvinding".


Komen zij bij de kinderrechter, dan opent ook die de zitting (met gesloten deuren!) met de woorden:


"Vooraf moet ik u erop wijzen dat het hier niet gaat om waarheidsvinding".